de schuld geven aan, beschuldigen
{
blame
}
censureren, schrappen
{
censure
}
afkeuren, berispen; veroordelen
{
condemn
}
terechtwijzen, berispen
{
reprove
}
verwerpen, verdoemen
{
reprobate
}
verschroeien, schroeien, zengen,...
{
scorch
}
Wordt vertaald, even geduld aub..